Waar zijn de banen in Nederland? Veranderingen 1996-2022
Het PBL heeft onderzocht hoe de verdeling van banen over Nederland is veranderd tussen 1996 en 2022 en of dat gepaard is gegaan met een verlies aan banen en minder kans op werk in sommige regio’s, zoals vaak wordt verondersteld. Deze studie laat zien dat de banen inderdaad schever verdeeld zijn geraakt over het land, maar dat dit niet gebeurt langs de vaak veronderstelde lijnen van ‘centrum-periferie’ of ‘stad-land’. Ook is in bijna geen enkele gemeente het aantal banen afgenomen en nergens is het aantal beschikbare banen per inwoner gedaald.
Voor dit onderzoek is op basis van gegevens uit het werkgelegenheidsbestand LISA, levering 2023, berekend hoe de banen waren verdeeld over alle gemeenten in Nederland (aandeel banen per gemeente van het totaal aantal in Nederland) in 1996 en 2022 en het verschil tussen beide jaren (procentpuntverandering). Daarnaast is ook per gemeente berekend wat de banengroei was tussen 1996 en 2022. Zowel de verandering in het aandeel banen als de banengroei binnen een gemeente is voor het totaal aantal banen berekend als voor 10 verschillende sectoren. Tot slot is ook bepaald hoe het aantal banen dat binnen 25 kilometer bereikbaar is vanuit elke gemeente zich verhoudt tot het aantal inwoners dat in een gemeente woont van waaruit de banen bereikbaar zijn. Dit is berekend voor zowel 1996 als 2022. De gegevens van het aantal inwoners in de werkzame leeftijd per gemeente zijn afkomstig van ABF en deze zijn gebaseerd op gegevens van het CBS. Het bestand bevat de cijfers voor alle in het rapport opgenomen figuren. Daarnaast is ook per gemeente aangegeven wat het aantal banen was, in totaal en per sector, in de jaren 1996, 2001, 2008, 2013 en 2022. Deze aantallen zijn afgerond op tientallen. Hierdoor telt het totaal over de gemeenten niet geheel op tot het afgeronde totaal voor Nederland.
Data aangeboden op dit portaal zijn te gebruiken onder voorwaarde van bronvermelding CC BY 3.0 NL.
Contact
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Anet Weterings via dit contactformulier.